Borstvoeding
Voordelen voor je baby
- De samenstelling van moedermelk is lichter verteerbaar en steeds aangepast aan jouw baby.
- Het zorgt voor een betere ontwikkeling van kaak- en mondspieren.
- Het zorgt voor een grotere bescherming tegen infecties zoals luchtweg-, urineweg- en darminfecties, oorontstekingen en hersenvliesontsteking.
- Preventie van obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten op latere leeftijd.
- Het zorgt voor een betere ontwikkeling van de hersenen en aanleg van het zenuwstelsel.
- Je geeft belangrijke antistoffen mee die hij zelf nog niet kan aanmaken.
- Minder kans op eczeem en allergieën.
Voordelen voor jou
- Het zorgt voor een sterkere binding tussen moeder en kind.
- Je hebt minder bloedverlies, je baarmoeder trekt beter samen tijdens het voeden.
- Verminderd risico op eierstok- en borstkanker.
- Sneller terugkeer van gewicht na de zwangerschap.
Begeleiding
Direct na de geboorte komt het erop aan de melkproductie goed op gang te brengen én te houden. Een goede start is veel waard! Daarom kan je rekenen op de professionele begeleiding van een vroedvrouw en/of lactatiedeskundige. Zij helpen je met veel geduld om de baby aan de borst te leggen. Je krijgt heel wat raad en tips mee om je gerust te stellen en te ondersteunen tijdens de eerste dagen.
Het is belangrijk om je baby goed te leren kennen en te weten hoe alles precies werkt. Borstvoeding is een proces en kan van voeding tot voeding anders verlopen, hierdoor is het mogelijk dat je verschillende adviezen te horen krijgt. De basis is altijd hetzelfde, maar het advies is steeds afgestemd op maat van mama en baby.
Zit je tijdens de zwangerschap met concrete vragen over borstvoeding? Stel ze gerust aan onze lactatiedeskundige en/of schrijf je in voor onze speciale infosessie over borstvoeding.
We helpen je op weg
Je baby zal je duidelijk maken wanneer hij honger heeft. Let op de volgende signalen:
- likken aan handen
- gebalde vuisten
- hoofd draaien en de borst zoeken
- handen naar zijn/haar mond brengen
Je legt de baby zo vaak en zolang aan de borst als hij er om vraagt. Dit bevordert de melkproductie en geeft de baby de nodige voedingsstoffen. De eerste paar dagen moet hij minstens acht à twaalf voedingen krijgen per 24u en dit altijd op vraag van de baby. Als hij lange tijd niet heeft gegeten mag je je baby wekken voor een voeding door hem bij jou te nemen voor huid-op-huidcontact of door zijn luier te verversen. De maag is nog klein en borstvoeding wordt snel verteerd waardoor je baby vaak wil eten. Wanneer je baby drinkt worden de borstvoedingshormonen aangewakkerd en zal er meer melk worden aangemaakt. Hoe meer hij drinkt, hoe hoger je hormoonspiegel en hoe meer melkproductie er zal zijn.
Wanneer je je baby laat aanhappen is het belangrijk om dit correct te doen. Het neusje moet zich ter hoogte van de tepel bevinden. De mond zal omhoog komen als hij deze opent. Als de mond groot genoeg open is breng je zijn kin tot tegen je borst zodat hij ver kan aanhappen. De mond moet zowel over de tepel als het tepelhof zitten. Controleer of de lippen naar buiten gekruld zijn. Je ziet dat hij drinkt door de bewegingen ter hoogte van zijn slapen. Het is normaal dat je een loom, slaperig gevoel krijgt tijdens het geven van de borstvoeding. Ook gaat je baarmoeder meer samentrekken. Dit kan aanvoelen als naweeën of menstruatiepijn.
Ongemakken
Borstvoeding geven lijkt vanzelfsprekend maar er ontstaan vaak problemen door gebrek aan kennis. Bereid je tijdens je zwangerschap al goed voor op het geven van borstvoeding, zodat je onderstaande problemen kan voorkomen of oplossen.
De meest voorkomende ongemakken zijn:
- Tepelkloven: Dit is een veelvoorkomend probleem tijdens de eerste dagen van de borstvoeding en is meestal te wijten aan het foutief aanleggen van de baby. Laat je hierin begeleiden en probeer ook vaak van aanleghouding te veranderen. Het kan helpen om na het voeden een beetje moedermelk op de tepel aan te brengen en te laten opdrogen.
- Regeldagen: Op deze dagen wil je baby plots meer drinken. Hij groeit en heeft dus ook meer melk nodig. Regeldagen komen rond dag 10, op 3 en 6 weken en op 6 maanden. Neem tijdens de regeldagen extra rust en drink voldoende. Na 1 tot 4 dagen is de vraag naar melk weer stabiel en zit er terug meer tijd tussen de voedingen.
- Stuwing: Dit komt enkele dagen na de bevalling voor. Je borsten voelen zwaar, vol en gespannen. Leg je baby vaak aan en masseer je borsten. Vóór de voeding kan je een warm gelkussen gebruiken om de melkstroom te stimuleren. Na de voeding kan je een koude ijszak gebruiken om de pijn te verlichten. Je kan voor de voeding ook een beetje manueel kolven om de spanning te verlichten en het makkelijker te maken voor je baby om aan te happen.
- Borstontsteking: Dit kan verschillende oorzaken hebben. Maak je borst voor het voeden warm met een kompres en masseer de harde plek tijdens het voeden met ronddraaiende bewegingen richting de tepel. Laat je baby eerst drinken van de pijnlijke borst. Je mag een pijnstiller nemen tegen de pijn. De symptomen verdwijnen binnen 24u.
Wat als het moeilijk loopt?
Laat je altijd begeleiden door een vroedvrouw en/of lactatiekundige. Maar kies je er toch voor om je baby kunstvoeding te geven dan is dat natuurlijk geen probleem! Wij respecteren elke keuze. Zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte staan we alle ouders zo goed mogelijk bij met heel wat tips en informatie. Voor je naar huis gaat geeft de vroedvrouw je de volledige uitleg over hoe je een flesje kunstvoeding moet klaarmaken en mag je dit zelf proberen. Zo ga je goed geïnformeerd naar huis.
Nog meer informatie nodig? Je vindt alle uitleg in de brochures
Afdelingen
Voor meer informatie kan je terecht op onze materniteit: