Colitis ulcerosa (IBD)
Oorzaak
Colitis ulcerosa ontstaat vermoedelijk door een combinatie van factoren zoals erfelijke aanleg, veranderingen in de darmflora, voeding en omgevingsinvloeden.
Colitis ulcerosa is verwant aan de ziekte van Crohn, maar er zijn duidelijke verschillen.
Symptomen
De ziekte kent vaak een wisselend verloop waarbij periodes met klachten en ziekteactiviteit worden afgewisseld met periodes zonder klachten en weinig ziekteactiviteit.
Onderstaande symptomen kunnen zich voordoen:
- Diarree (vaak met slijm en/of bloed)
- Buikpijn
- Gewichtsverlies
Bijkomende symptomen kunnen zijn:
- Koorts
- Valse stoelgangsdrang
- Misselijkheid en/of braken
- Vermoeidheid
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van je klachtenpatroon en met behulp van aanvullende onderzoeken. Een bloedafname en stoelgangonderzoek is altijd nodig. Meestal krijg je een colonoscopie waarbij er ook staaltjes van de darm (biopten) worden genomen. Soms is een gastroscopie of een scan van de buik nodig.
Behandeling
Welke behandeling het meest geschikt is hangt af van persoon tot persoon. Hierbij spelen o.a. je leeftijd en de ernst van de ontsteking een rol. Ook de aanwezigheid van vernauwingen en de betrokkenheid van andere organen hebben een invloed op de behandeling.
Een mogelijke behandeling kan bestaan uit medicatie waarbij er gekozen kan worden voor medicatie om op korte termijn een aanval te behandelen en/of medicatie om op lange termijn de symptomen en ontstekingen weg te houden.
De ingreep
Er is een operatieve ingreep nodig als de darmontsteking onvoldoende onder controle te krijgen is met medicatie, of als er darmkanker ontstaat in de dikke darm. Meestal wordt in dit geval de volledige darm weggehaald, ongeacht hoe groot het ontstoken gedeelte is. Als er maar een gedeelte van de darm wordt weggenomen zal de ziekte bijna altijd terugkomen in het resterende gedeelte van de dikke darm.
De operatieve behandeling bestaat meestal uit twee ingrepen. Eerst wordt de dikke darm uit de buik verwijderd. Tijdens deze ingreep zal een tijdelijke stoma gemaakt worden op het laatste stukje van de dunne darm.
Na twaalf weken vindt de tweede ingreep plaats. Hierbij wordt de stoma terug verwijderd en wordt er van het laatste gedeelte van de dunne darm een soort reservoir (pouch) gemaakt. Dit reservoir moet de functie van de weggenomen endeldarm vervangen. Zo is er geen stoma meer nodig. De ingreep kan in veel gevallen via een laparoscopie (kijkoperatie) gebeuren.
Nazorg
Om te evalueren of de behandeling gelukt is zal je op regelmatige momenten op controle moeten komen bij de arts. Het kan zijn dat er bijkomende onderzoeken ter controle worden uitgevoerd.